VRV-installaties

VRV-installaties

De drie letters VRV vormen al jaren een begrip in de installatiemarkt. VRV is het systeem dat het als eerste mogelijk maakte om meerdere ruimtes afzonderlijk te koelen en te verwarmen met één buitendeel. Daikin bracht het in 1987 op de Europese markt. Het was het begin van een geschiedenis van doorlopende innovatie, extra rendement, extra duurzaamheid en extra installatiegemak. 25 jaar geleden nam Daikin een voorsprong. Met VRV IV bouwen zij deze voorsprong verder uit.

VRV IV voor continu comfort, ook tijdens ontdooien

Omdat VRV IV continu verwarmt, zelfs in de ontdooicyclus, is dit systeem hét antwoord op de vraag naar hoofdverwarming met warmtepomp. Warmtepompen staan bekend om hun hoge rendement bij het verwarmen. Tijdens het verwarmingsproces ontstaat er ijsopbouw op het buitendeel. Om deze ijsopbouw te verwijderen wordt een ontdooicyclus uitgevoerd, waarbij de koeltechnische cyclus wordt omgekeerd. Dit veroorzaakt een tijdelijke temperatuurdaling, wat ten koste gaat van het comfort in het gebouw. De ontdooicyclus kan meer dan 10 minuten duren (afhankelijk van de grootte van het systeem) en vindt meestal plaats tussen -7 °C en +7 °C wanneer de luchtvochtigheid hoog is. Met VRV IV behoort dit probleem tot het verleden.

Daikin loopt voorop met seizoensrendement

Met de introductie van een nieuwe VRV-serie die volledig in lijn ligt met het 20/20/20-beleid van de EU, bouwt Daikin haar voorsprong in de markt verder uit. VRV IV biedt op jaarbasis tot 25% meer rendement, terwijl het comfort en de flexibiliteit, die Daikin zo uniek maken, nog verder verbeterd zijn. Als stimulans om deze doelstellingen te realiseren, vaardigde de EU de Eco-Design richtlijn uit. Hierin zijn de minimumvereisten op het gebied van ecologisch ontwerp vastgelegd, zoals een betere energiezuinigheid, waaraan producten die energie verbruiken moeten voldoen. Dit betekent onder meer dat voor klimaatregelingssystemen het verwarmings- en het koelrendement berekend moeten worden op basis van het seizoensrendement, en niet op basis van het nominale rendement.

Meten van werkelijk rendement

De huidige methode – nominaal rendement (EER) – resulteert in een aanzienlijk verschil tussen het berekende en het werkelijke rendement. Daarom is een nauwkeurigere methode – het seizoensgebonden rendement (ESEER) – ontwikkeld. Het seizoensrendement meet het werkelijke rendement van systemen en geeft een indicatie van de efficiëntie van een klimaatregelingssysteem wanneer dat gebruikt wordt voor koeling of verwarming gedurende een heel seizoen.