Storingen

Tips bij storingen

Heeft u een storing in uw systeem? De volgende acties bieden vaak een snelle oplossing:

  • De meeste storingen komen voort uit vervuiling van de stoffilters. Controleer daarom altijd eerst of het filter vervuild is. Dit filter reinigt u gemakkelijk zelf met bijvoorbeeld een stofzuiger.
  • Reset uw unit door deze gedurende 1 minuut spanningsvrij te houden (de unit reset zich dan automatisch).

Check voor andere bijzonderheden met het systeem de lijst hieronder:

Warmtepomp - melding 7H-01

  • Als de warmtepomp de melding 7H-01 – Probleem met het waterdebiet aangeeft, bekijk dan de video hieronder voor verdere instructies.

Hoe zet ik mijn warmtepomp in noodbedrijf

  • Wanneer de buitenunit van de warmtepomp niet meer werkt, bijvoorbeeld bij een U4-00 storing, dan is het mogelijk om tijdelijk gebruik te maken van enkel de binnenunit. De binnenunit kan tijdelijk standalone draaien, zodat de woning en het water verwarmd blijven. Het rendement is uiteraard lager. Indien deze storing zich voordoet geeft de warmtepomp noodbedrijf aan. Bekijk de video voor verdere instructies.

Werkt niet onmiddellijk

  • Als het toestel is gestopt en onmiddellijk weer wordt opgestart, zal de compressor  3 minuten stoppen om de zekeringen niet te laten springen.
  • Als de stekker eruit wordt gehaald en er weer wordt ingezet, zal 3 minuten lang het beveiligingscircuit in werking treden om het toestel te beschermen.

Geluid

  • Tijdens de werking van het toestel en onmiddellijk na het stoppen, kunt u water horen lopen in de leidingen. Gedurdende 2 à 3 minuten na het opstarten kan dit geluid ook waarneembaar zijn (geluid van stromend koelmiddel).
  • Tijdens de werking kunt u kleine ‘krak’-geluidjes horen. Dit komt door de uitzetting en inkrimping van de frontplaat door de temperatuursveranderingen.
  • Tijdens de Heating-functie kan af en toe een sissend geluid te horen zijn. Dit komt van de automatische ontdooiing.

Geur

  • De binnenunit kan bepaalde geuren afgeven. Dit komt doordat de binnenunit geuren uit de ruimte kan opnemen (tabak, …).

Damp

  • Uit de binnenunit kan een beetje damp komen tijdens de Cooling- en Dry-functie. Dat komt doordat de plotselinge afkoeling van de lucht in de ruimte wat condensvorming en damp kan veroorzaken.
  • Ook tijdens de automatische ontdooicyclus kan het toestel stoppen en damp produceren.

Uitblaas is zwak of stopt

  • De ventilator draait op lage snelheid wanneer de Heating-functie wordt gestart om de inwendige onderdelen te laten opwarmen.
  • Als de kamertemperatuur stijgt tijdens de Heating-functie zal de buitenunit met zeer lage snelheid draaien. Als u de ruimte verder wilt verwarmen, stelt u de thermostaat hoger in.
  • Tijdens de automatische ontdooicyclus zal de buitenunit tijdelijk stoppen. Het OPERATION-controlelampje zal knipperen.
  • De ventilator draait met lage snelheid tijdens de functie Dry of wanneer het toestel de kamertemperatuur aan het bewaken is.
  • De ventilator draait met zeer lage snelheid in de SUPER QUIET-functie.
  • De ventilatoren werken op zeer lage snelheid in de monitor AUTO-functie.

Water lekt van de buitenunit

  • Tijdens de automatische ontdooicyclus kan er water van de buitenunit lekken.
Mochten de onderstaande tips niet tot de oplossing hebben geleid, dan kunt u hier het storingsformulier invullen.